In 2014 liep ik van Wateringen in Nederland (in het Westland) naar Fisterra in Spanje (ten westen van Santiago de Compostela).
Daarna besloot ik om niet terug te keren naar Nederland, maar verder te zwerven.
Sinds begin 2022 heb ik, na bijna 8 jaar zwerven in Noord-Spanje en heel Frankrijk, een huisje in de Loire-Atlantique in Frankrijk.
Ik volg momenteel een opleiding waarmee ik straks aan de slag kan in de hulpverlening.

Archief

Emmaüs Rodez

Dit is niet het volgende bericht

Nee, dit is niet het beloofde ‘volgende blogbericht’. Laten we zeggen dat dit een tussenberichtje is, om het thuisfront te laten weten dat ik nog leef. (Natuurlijk wil ik niets liever dan van de daken te schreeuwen wat ik te melden denk te hebben, maar ik begin — eindelijk, op mijn 46e — te leren dat ik me niet altijd moet laten meeslepen door mijn enthousiasme, maar soms even moet wachten tot er zekerheden of garanties zijn.)

Dus, jullie nieuwsgierigheid negerende, kan ik het volgende melden:

De rug gaat elke dag een beetje beter, maar toch begint het me een beetje de keel uit te hangen. Ik werk over het algemeen halve dagen, en soms zelfs hele dagen niet. Afgelopen vrijdag hebben we donné un coup de main (‘een handje geholpen‘) in de salle de meubles (‘de meubelzaal‘). En natuurlijk kon ik — jonge god die ik sinds mijn wandeling weer ben, in ieder geval in de spiegel — het niet nalaten ook wat meubels te verplaatsen. Waardoor ik de hele zaterdag weer op bed lag, omdat bewegen geen optie was.
Het contrast: een collega brak vorige week een botje in zijn elleboog — de röntgenfoto liet er geen twijfel over bestaan — ; 10 dagen niet werken, en daarna niet meer meuten. Waarom kan het voor mij ook niet op die manier opgelost worden?
Maar goed, het is zoals het is. Deze week heeft Cyril (de andere chauffeur) een week vakantie, en dus werk ik hele dagen; althans, dat ga ik proberen: als het niet lukt, ga ik me gewoon weer, als een mietje, in mijn bed verstoppen.
Overigens is het niet allemaal ellende: het enige andere probleem dat ik in deze situatie heb, is dat ik, als een knappe jonge vrouw (mijn fysiotherapeute) mijn billen masseert, moet uitkijken dat ik niet al te erotische fantasieën krijg (blijkbaar ben ik ook maar een mens)…

De sfeer hier is heel goed. Gisteren was Bakary (wat in Congo of Senegal of ergens in die regionen een heel normale naam is) jarig, en het was een familiedag zoals ik die in mijn eigen familie nooit heb mogen kennen. De responsable (‘leidinggevende‘) is even langsgeweest, maar heeft ervoor gekozen zich alleen op de werkvloer te melden, zodat hij niet zou zien dat er op het feest wellicht wat alcohol geconsumeerd werd (wat officieel niet toegestaan is); die sfeer heerst hier zo’n beetje.
Aangezien ik niet weet wie deze website allemaal lezen, kan ik niet vermelden of er inderdaad alcohol aanwezig was.

Verder heb ik inmiddels sinds een tijdje een bril; ik geloof niet dat ik dat al gemeld had. Ik zou ‘m eigenlijk ophalen op de dag dat ik het ziekenhuis in ging, maar dat werd een paar weken later. Ik heb er even aan moeten wennen, maar inmiddels weet ik niet beter (behalve dat ik ‘m nog steeds afzet als ik klaar ben achter mijn laptop, zoals ik met mijn leesbril ook altijd deed).
De bril is betaald door Emmaüs, en ik heb zelf 30€ bijgelegd voor een zonnebril op sterkte.

Over geld gesproken: voor het eerst in mijn leven lukt het me te sparen. En dat terwijl ik nog nooit zo weinig verdiend heb. Ik ben inmiddels op een halve bestelbus (in 4 maanden!).

En laat ik er dan tot slot nog een paar foto’s bij doen; dit is het huis waar we met z’n allen wonen:

Links het huis zelf, met tweede van rechts (of vijfde van links) het raam van mijn kamer; volgend weekend hoop ik eindelijk te verhuizen naar een grotere kamer: Sylvain, die werk gevonden heeft buiten Emmaüs, heeft van de week getekend voor zijn appartement.
Rechts een foto vanuit een iets andere hoek, zodat je de parkeerplaats/petanque-baan kunt zien, evenals het gazon waar we, naar verluidt, van de zomer regelmatig zullen barbecuen.

En daar laat ik het voorlopig bij. Niet het bericht waar je op zat te wachten, maar laten we eerlijk zijn: je moet ook niet op berichten gaan zitten wachten.
:-)

Emmaüs Rodez

Ontslagen

Ontslagen uit het ziekenhuis, welteverstaan. Daar lag ik de afgelopen week.

Vorige week vrijdag haalden we een huis leeg in Rodez (niks illegaals: ‘t is m’n werk). We waren met z’n zessen, en het was mijn taak de meubels te demonteren die niet in de lift pasten. Ik was bezig met een bed, en had de bedbodem rechtop tegen de muur gezet. En dan niet zo’n lullig lattenbodempje dat voor Ikea-bedden gebruikt wordt, maar een houten bak met springveren erin en een linnen doek erover, zoals ze vroeger gemaakt werden; een kilo of 20-25, denk ik. Waarschijnlijk heb ik het ding geraakt terwijl ik het bed demonteerde, want hij viel om. En omdat hij achter mij stond/viel, merkte ik dat pas toen hij mijn rug raakte. Ik heb zelden zo’n pijn gehad.
Gelukkig waren we in Rodez, en niet in één van die kleine dorpjes op het platteland, dus de rit naar de Urgences in het ziekenhuis was niet heel lang. Alwaar ik direct de scanner in moest, en vervolgens languit op bed met een flinke dosis morfine. Ik was bang dat er iets gebroken was, maar dat was gelukkig niet het geval. Maar de opdonder was zwaar genoeg om op de scan te zien te zijn — wat met een ‘gewone’ kneuzing of blauwe plek niet het geval is —, en dus mocht ik nog even blijven, en pompte men de morfine ook nog even door.

Frankrijk is een enorm gemedicaliseerde samenleving: drogisterijen zoals in Nederland kennen we hier niet (zelfs voor een gewone pijnstiller moet je naar de apotheek), en het aantal apotheken is dan ook niet te tellen; verder kom je overal medische laboratoria tegen, en wordt je op tv en in de krant doodgegooid met reclame voor genezende en preventieve medicijnen. De verpleegster schrok dan ook een beetje toen ik zaterdag- of zondagavond (ik ben de tel kwijt) zei dat ik geen morfine meer wilde; ze moest dat even met de dokter overleggen, maar die was er de volgende dag pas weer. Ik hield voet bij stuk, en accepteerde de morfine-vrije, en dus minder sterke pijnstiller die ze me uiteindelijk aanbood.
Toen de dokter de volgende dag langskwam, had hij al gehoord dat ik ‘s ochtends inmiddels al een klein rondje over de etage gelopen (nou ja, gestrompeld) had, en hij had er geen probleem mee dat ik geen morfine meer wilde; hij leek het zelfs wel te waarderen dat ik het heft voor mijn herstel een beetje in eigen hand nam.

Na het weekend was het ziekenhuispersoneel weer op volle sterkte, en kreeg ik fysiotherapie, warmtebehandelingen, en een apparaat dat zwakke elektrische stroompjes geeft, om de doorbloeding te stimuleren.
In het weekend was er nog sprake van geweest dat ik misschien maandag het ziekenhuis weer kon verlaten, maar daar zagen we maandagochtend unaniem van af.

Verschillende compagnons zijn in de loop van de week even bij me langsgeweest, en dat deed me goed. Ik ben hier onder mensen die het belang van solidariteit kennen.

Gisteren had ik een slechte dag, en de verpleegster was opgelucht dat ik de morfine aannam die ze me aanbood, maar dan wel 5 milligram, de lichtste die ze had.
En vanmorgen ging het weer redelijk, en dus mocht ik, na een laatste bezoek van de kine (fysiotherapeut), het ziekenhuis verlaten. Ik kreeg wel een hele lijst mee voor de apotheek — 3 verschillende medicijnen, plus een gordel die ik om moet als ik moet tillen —, mag in ieder geval deze week nog niet werken, moet een fysiotherapeut bezoeken, en moet over een maand weer terugkomen voor een controle; het apparaat voor de elektrische stroompjes heb ik van het ziekenhuis meegekregen, moet ik 4 keer per dag 1 tot anderhalf uur gebruiken, en mag ik maximaal een half jaar houden.
Maar ik ben in ieder geval verlost van die deprimerende ziekenhuisomgeving (omdat ik geen afspraak gemaakt had voordat ik me liet afleveren bij de Noodgevallen, was er geen ruimte voor me bij de andere rugpatiënten, en lag ik, in een eigen kamer, op de afdeling geriatrie).
Het eten was trouwens ook vreselijk. Ik weet het: dat is altijd zo in ziekenhuizen; maar voor een land dat zo beroemd is om haar keuken, vond ik het toch raar.

En zo had ik eindelijk weer eens wat te vertellen op mijn blog.
Ik hoop dat het volgende verhaaltje wat pijnlozer komt.